Iedere ochtend kijk ik naar hetzelfde levende schilderij. Ik zie de blaadjes van de iele boom bij de buurvrouw één voor één transformeren van groen naar geel. Nu nog afstekend tegen de bruine bakstenen muur, straks niet meer. De wind speelt met de blaadjes van de clematis die afgelopen zomer zo uitbundig heeft gebloeid en een regendruppel rolt van de bolvormige veelgekleurde wespenvanger die nu werkeloos maar toch nog vrolijk aan een spijker wiebelt. De herfst doet zijn intrede en ik duik nog even dieper onder de dekens.
Even overvalt de albekende melancholie me die rond deze periode door de nu gesloten tuindeuren toch nog naar binnen weet te dringen, net als de spinnen die hier beschutting zoeken. Maar deze keer krijgt ze niet de kans om haar web te weven bij mijn bed. Een schop in mijn buik schrikt me op uit mijn gepeins en zorgt ervoor dat ik met een glimlach en een intens warm gevoel van binnen mijn bed uitstap om aan deze nieuwe dag te beginnen.
Dit is een blog voor mijn korte verhalen en bedoeld als inkijkje. Het tipje van de sluier. Sfeerproeverij. Bedoeld voor een volwassen publiek. Mijn romans en kinderboeken zullen eerdaags op een andere site te vinden zijn.
donderdag 3 oktober 2013
dinsdag 10 september 2013
Hagar
Het zand hoopte
zich op tot klonters in haar wimpers. Door de spleetjes van haar ogen zag ze
alleen nog het geel. Het zand in de wind geselde haar gezicht. Welke kant moest
ze op? Ze liep twee stappen expres met haar linkerbeen krachtig en ver voor
zich uitgestoken. Iedere woestijnbewoner wist dat je langzaam in een rondje zou
lopen als je dit niet deed, omdat het rechterbeen sterker was dan het linkerbeen.
Dat moest ze zien te compenseren. Was het maar al nacht, dan zou ze de weg
kunnen afleiden aan de hand van de sterren. Aan de andere kant liep ze dan het
risico het te begeven van de kou. Daar was ze in haar simpele slavinnenkleed niet
tegen bestand. Al was haar meester een welvarend man en was zij al die tijd
zijn favoriete bijvrouw geweest, de eerste vrouw had niet toegestaan dat ze met
nuttige en dure gewaden de woestijn in werd gestuurd. Het verraad deed haar
pijn. Ze voelde zich afgedankt. Eigenlijk maakte het ook niet uit welke kant ze
opging. Zolang de weg maar niet terugvoerde naar hen die ze jaren trouw gediend
had en die haar nu zo onbarmhartig hadden afgedankt. Haar blik gleed over de
trillende horizon. Daar zou haar toekomst liggen. In het eindeloze gele zand.
Een troep zwarte vogels gleed in haar blikveld. Ze besefte waar de vogels op
afvlogen en wendde haar hoofd kokhalzend weg. Het idee dat het nog warme
lichaampje van haar kind nu al ontdekt was door de aaseters bracht haar bijna
tot waanzin. Haar handen sloegen verkrampt naar haar bezwete nek en haar knieën
knikten van uitputting. Vertwijfeld riep ze die ene naam. Niet de naam van de
god die haar verlaten had, maar van haar nog levende kind dat ze uit wanhoop
onder een struik verborgen had. Ismaël!
Toen verscheen er
plots een fel licht voor haar ogen. Even dacht ze dat dit de aankondiging was
van de dood die haar wachtte. Maar toen hoorde ze een zachte stem en ze besefte dat
het een engel was die voor haar stond.
Hagar. Olieverf op canvasboard. Door Olga Brinkhorst |
zondag 7 april 2013
Toilet
Met onvaste tred
loopt ze naar de wachtende collega’s
in pak bij het terrastafeltje. Ze
hebben al betaald ziet ze en staan op haar te wachten. Ze trekt het jasje van
haar mantelpakje iets naar beneden om de bloedvlek in haar donkerblauwe rokje
te verbergen. Haar gezicht is wit en ze
mompelt iets over hoofdpijn. De blik in de ogen van de mannen verraden dat er woorden
als “labiele vrouwen” en “periode van de maand” in hun hoofd omgaat. Geen van
hen beseft dat het haar veertien weken oude kindje is dat ze net door het toilet
heeft moeten spoelen.
donderdag 4 april 2013
woensdag 3 april 2013
Riddersdicht
"Oh schoonheid die vrouw zijt. Gij
heeft menig mannenhart doen versagen en verzuchten. Maar nimmer waart gij in
staat, om mij van mezelf te doen vluchten.
Uit Fawn - Door Olga Brinkhorst
Rode pumps
Gepubliceerd op www.HonderdWoorden.tumblr.com
Voorjaarsmoe
De lang
verborgen zomerzon weet eindelijk ruimte te winnen van het woekerende wolkendek
dat de hele winter waarlijk als een verwassen vitrage voor het hemelse blauw
geschoven hing. Het groene gazon van de vredige velden waar de narcissen hun guitige
gele gezichtjes jubelend uitsteken krijgt een gans onnatuurlijke glans. De
bruine basten van de bonkige bomen pronken met hun wollige witte bloeiende bloesempracht
waarin de merel uitbarst in meanderend gezang. Groene loten verschijnen
onverdroten aan de dermate doodgewaande clematis en ik lig met mijn door het
huilen gehavende gezicht in het geurende gras te wensen dat ik er niet was.
Abonneren op:
Posts (Atom)