zondag 7 april 2013

Toilet


Met onvaste tred  loopt ze naar de wachtende collega’s  in pak bij het terrastafeltje.  Ze hebben al betaald ziet ze en staan op haar te wachten. Ze trekt het jasje van haar mantelpakje iets naar beneden om de bloedvlek in haar donkerblauwe rokje te verbergen.  Haar gezicht is wit en ze mompelt iets over hoofdpijn. De blik in de ogen van de mannen verraden dat er woorden als “labiele vrouwen” en “periode van de maand” in hun hoofd omgaat. Geen van hen beseft dat het haar veertien weken oude kindje is dat ze net door het toilet heeft moeten spoelen.  
 
 
 

donderdag 4 april 2013

woensdag 3 april 2013

Riddersdicht


"Oh schoonheid die vrouw zijt. Gij heeft menig mannenhart doen versagen en verzuchten. Maar nimmer waart gij in staat, om mij van mezelf te doen vluchten.

 Zo zuiver en puur, zo mild als de eerste ochtenddauw.
En toch verlaat ik u, ben ik u ontrouw…

 Mijn hart verlangt naar u eens te meer, tot het zwicht
Maar deze nacht roept mijn zwaard, de ridderplicht.'



Uit Fawn - Door Olga Brinkhorst

Rode pumps


 Ik sta voor de spiegel en wurm mijn voeten in mijn rode pumps en hoop vanuit heel mijn hart dat ze nog passen. Ze staan zo goed bij mijn rode jurkje. Ik bloos. O, wat is het alweer lang geleden dat ik ze voor het laatst gedragen heb. En wat had ik een blaren na die hele avond dansen in de armen van Tony. Maar het was het waard.  Dan gaat de deurbel en ik ren strompelend door de gang naar de voordeur. Het is de postbode. “Ik heb een pakje voor u meneer Schulte, als u even wilt tekenen?”
 
 

Voorjaarsmoe


De lang verborgen zomerzon weet eindelijk ruimte te winnen van het woekerende wolkendek dat de hele winter waarlijk als een verwassen vitrage voor het hemelse blauw geschoven hing. Het groene gazon van de vredige velden waar de narcissen hun guitige gele gezichtjes jubelend uitsteken krijgt een gans onnatuurlijke glans. De bruine basten van de bonkige bomen pronken met hun wollige witte bloeiende bloesempracht waarin de merel uitbarst in meanderend gezang. Groene loten verschijnen onverdroten aan de dermate doodgewaande clematis en ik lig met mijn door het huilen gehavende gezicht in het geurende gras te wensen dat ik er niet was.